Geef mij maar alle dagen zon: wonen in Spanje is héérlijk en wel omwille van deze 8 redenen

“Ik hou van dansen en muziek / Eviva España.” Wie kan er niet mee kwelen met de legendarische kraker van Samantha? De Antwerpse nachtegaal moest niet eens wonen in Spanje om in 1971 het rood-gele Spaanse licht te zien. Wij geven haar volmondig gelijk. Want zelfs als u al niet meer gedanst hebt sinds een Chirofuif uit uw jeugdjaren en uw moves op z’n meest optimistisch te omschrijven vallen als ‘avantgardistisch’, dan nog heeft Spanje genoeg te bieden om u nooit meer te vervelen. En waarom zou u zich beperken tot drie maanden in de zomer? Waarom zou u het land enkel ervaren als toerist? Enkel wie gaat wonen in Spanje, ontdekt de echte charme van het land. Pas wanneer u uw v’s voor b’s inruilt, maakt u zich de heerlijke gewoontes en levensstijl van het land eigen. España por favor! Dit zijn 8 redenen waarom wonen in Spanje zalig is:

1. De zon schijnt er altijd

Correctie: bijna altijd, tenminste aan de zuiderkusten. Gezien over het hele jaar heeft die regio het beste klimaat in heel Europa. De zuiderse Costa’s hebben meer dan 300 dagen per jaar zon en het regent er weinig. Om u een idee te geven: dit is de weersvoorspelling voor Brussel op het moment van schrijven, 15 december. En dit is die van Alicante op hetzelfde moment. Nu weet u meteen waarom sommige mensen zeggen dat Afrika aan de Pyreneeën begint. Voor een vitamine D-deficit moet u in ieder geval niet vrezen. Of om nogmaals Samantha te citeren: “Geef mij maar alle dagen zon!” Wel die zonnecrème niet vergeten.

2. De kustlijn is adembenemend

Niet dat we onze eigen Belgische kust willen afkraken, maar die van Spanje is toch wel andere koek. Tegenover onze miezerige 65 kilometer hoogbouw staat 5000 kilometer Spaanse kustlijn, waarvan meer dan 1500 langsheen de Middellandse Zee. Dat is in de eerste plaats goed nieuws voor strandkonijnen en zonnekloppers. Spanje heeft 3000 stranden. Daarvan zijn er een heel deel bekroond met een blauwe vlag, het eco-label dat duidt op properheid. Meer zelfs: in Europa heeft geen enkel ander land meer stranden met een blauwe vlag dan Spanje. Of u nu aan uw bronzering werkt op een gezellig volgepakt strand in een wereldberoemd resort als Benidorm of Marbella, dan wel de zoektocht naar verlaten, verborgen, goudgele pareltjes verkiest, u hebt keuze te over. Vamos a la playa! Maar het blijft niet alleen bij zand en strand: achter de charmante kust gaat een grote variëteit aan landschappen schuil. Van oude havenstadjes tot vissersdorpen, van glooiende bergen tot woestijn, van de witte Andalusische kustdorpen tot culturele steden als Valencia, Barcelona en San Sebastian: de Spaanse kusten bieden voor elk wat wils.

3. Het eten is om duimen en vingers van af te likken

De Spaanse keuken moet nauwelijks onderdoen voor de Italiaanse. Wat er dagelijks op Spaanse tafels belandt, is zowel lekker als gezond. En vooral: oneindig divers. Uiteraard denken we allereerst aan de klassiekers. Op zondagnamiddag maken de mannelijke leden van de familie paella, liefst in een gigantische pan – rijst met allerlei zeevruchten en vis. Ook de koude soep gazpacho en de Spaanse tortilla zullen wellicht een belletje doen rinkelen. Om nog maar te zwijgen over tapas. Maar kent u ook hun noord-Spaanse broertje, pinchos, die geprikt zijn op een stokje? Of de fabada asturiana, een bonenstoofpotje uit Asturië? Wat met de heerlijke iberico- en serranoham? En het beste van al: u moet niet eens uw cholesterolniveau angstvallig in de gaten houden terwijl u al dat lekkers verorbert. Het Spaanse mediterrane dieet is gezond, tjokvol verse groenten, vis en olijfolie. Verwondert het u dat Spanjaarden de op één na hoogste levensverwachting ter wereld hebben, na de Japanners? Wat zeg je Samatha? De Spaanse keuken is een festival? Juist ja!

4. Niemand heeft het druk, druk, druk

In België loopt u van de ene vergadering naar de andere werklunch en daarna moet u nog naar het oudercontact van uw schoolgaande kinderen. Al die tijd houdt u uw horloge nauwlettend in de gaten en elleboogt u trage voetgangers ongeduldig opzij. Weten zij niet hoe druk, druk, druk u het heeft? In Spanje ligt het ritme… lager, om het diplomatisch uit te drukken. Het is niet dat Spanjaarden lui zijn, maar ze doen de dingen op hun eigen tempo. Het belangrijkste is dat ze gedaan geraken. En geef ze eens ongelijk? De levensverwachting (zie voorgaande punt) bewijst dat hun relaxte levensstijl z’n vruchten afwerkt. Spaanse dokters maken vaak drie afspraken op hetzelfde moment, om er toch maar zeker van te zijn dat minstens één patiënt opduikt. Een uur afspreken met een Spanjaard is vaak een onbegonnen zaak. Buitenlanders die wonen in Spanje maken zich die mañana-mentaliteit best zo snel mogelijk eigen. Voel je de stressniveaus al dalen? Aaaah! En als u ons nu wil excuseren, de siësta wacht.

5. Het leven is er goedkoper dan in België

De levenskost van Spanje behoort tot een van de laagste van West-Europa. Uiteten met het ganse gezin is in België een goede reden om een hypotheeklening af te sluiten. In Spanje betaalt u een fractie van de prijs. Volgens Numbeo, een database die prijzen vergelijkt tussen verschillende steden en landen, betaalt u in België 60 euro voor een dinertje voor twee. In Spanje kost diezelfde tête-à-tête 35 euro. Daar blijft het niet bij. Een biertje, een kilo aardappelen of een taxiritje: allemaal kosten ze minder in Spanje. Net als een jeansbroek of een internetpakket. De enige prijs die volgens Numbeo hoger ligt in Spanje, is die voor een abonnement op de fitness. Daar moet u het niet voor laten: dat hebt u dankzij dat gezonde dieet toch niet meer nodig. En o ja, uw verwarming moet niet zo vaak draaien, dat bewees puntje nummer één al.

6. Spanjaarden zijn warm en gastvrij

In Spanje zit niemand ooit verlegen om vrienden. De Spanjaarden zijn namelijk een warm en gastvrij volkje. Hier geen knorrige gezichten, wel luide, extraverte mensen met het hart op de tong. Zeker wie moeite doet om de taal te leren, zal onder het genot van dos – of veel, véél meer – cervezas vrienden voor het leven maken. Eens bevriend, behoort u tot de familie. En iedereen weet hoe belangrijk familie is voor een Spanjaard. Met andere woorden: wonen in Spanje staat zeker niet gelijk aan een kluizenaarsbestaan. Spanjaarden houden van het leven en genieten van de kleine dingen: hun ochtendkoffie, een lange lunch met vrienden, lekkere wijn. Ze eten graag en nemen er hun tijd voor. Een gehaaste maaltijd maakt hen diep ongelukkig. Spanjaarden weten eveneens wat feesten is. Elk dorp heeft wel z’n eigen fiesta. Het ene festival is al maffer dan het andere. Denk bijvoorbeeld maar aan de feria’s in Andalusië, de stierenloop in Pamplona en de tomatina – alias het tomatengevecht – in Buñol.

7. Wonen in Spanje is wonen te midden van schatrijke cultuur

We hadden het al over de keuken en de fiesta’s, maar dat is nog maar het begin. Spanje is vergeven van rijke cultuur. De Romeinen, de Iberiërs, de Moren en de Fransen: allemaal lieten ze hun sporen na in het land. Over de flamenco, de Sagrada Familia in Barcelona en Alhambra in Sevilla moeten we u niets meer vertellen, maar had u ook al gehoord van de Egyptische tempel in het hartje van Madrid? Of Mezquita, de grote moskee/kathedraal in Cordoba? Om over museums nog maar te zwijgen: het Prado in Madrid, Guggenheim in Bilbao, het museum van wetenschappen in Valencia – de lijst is eindeloos. Wat wil je, met al die talentvolle Spanjaarden, van Picasso en Dali, over Gaudi, tot Cervantes en zijn Don Quichot.

8. Spaanse wijn doet niet onder voor Franse of Italiaanse

Ja, ja, Fransen en Italianen toeteren graag dat hun nectar van de goden de beste van de wereld is. Een Spanjaard zal eens in z’n vuistje lachen, z’n glas nogmaals vullen en stilzwijgend genieten van z’n geheimpje. Alhoewel, geheim? Meer dan 1 miljoen Spaanse hectaren zijn ingepalmd door wijnranken. Geen enkel land doet beter. Qua productie moet het enkel Frankrijk en Italië laten voorgaan. Wilt u gaan wonen in Spanje, dan begint u al best op voorhand uw smaakpapillen te trainen. Vooral Rioja is geliefd bij wijnkenners uit de hele wereld. Cava is tegenwoordig even populair, zo niet populairder, als Franse champagne of Italiaanse prosecco. Andalusiërs uit de streek van Jerez de la Frontera maken al van de tijd van de Feniciërs sherry. De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway, een notoire zuipschuit, dronk dan weer graag Valdepeña, omwille van de hoge kwaliteit voor een bescheiden prijskaartje. Ook hier geldt hetzelfde devies: voor elk wat wils. Zin gekregen om uw boeltje te pakken en te verhuizen naar het zonnige Spanje? Wonen in Spanje is niet enkel weggelegd voor de happy few. Wij geven u graag een zetje in de rug.